“Zoetermeers ziekenhuis heeft bestaansrecht“

foto: Pixabay

Een ziekenhuis in Zoetermeer is in het belang van de volksgezondheid van de stad. Dat stelt Guus Schrijvers, gezondheidseconoom en emeritus hoogleraar Public Health, die in opdracht van de gemeente onderzoek deed naar de gevolgen van de ontvlechting van de RHG-fusie. Hij bekeek daarbij ook de positie van de gemeente tijdens de onderhandelingen.

Het onderzoek kwam tot stand nadat de raad afgelopen zomer in een motie hiertoe opriep. In de motie van 4 juli 2022 verzocht de gemeenteraad om een onafhankelijke partij onderzoek te laten doen naar de ontvlechting van de Reinier Haga Groep (RHG). De gemeenteraad wilde met het onderzoek meer inzicht krijgen in de invloed van de gemeente op dat proces, en daarnaast mogelijke gevolgen voor de regionale zorg in kaart brengen.

De onderhandelingen tussen de ziekenhuizen vinden op dit moment nog plaats achter gesloten deuren. Daardoor heeft de gemeenteraad geen zicht op het toekomstperspectief van het Langeland Ziekenhuis. De vraag die boven de markt hangt, is of Zoetermeer straks nog wel een ziekenhuis heeft.

Wethouder Ingeborg ter Laak: ‘met het onderzoek van de heer Schrijvers kunnen we de discussie beslechten over de noodzaak van een ziekenhuis in Zoetermeer. Alle steden met 100.000 tot 160.000 inwoners huisvesten ziekenhuizen. Een ziekenhuis draagt bij aan het voorkomen van
wachtlijsten, preventie van infectieziekten en chronische aandoeningen en biedt goede toegang tot zowel acute- als planbare zorg.’

Stijgende zorgvraag
De emeritus hoogleraar schrijft dat een eventuele koers waarbij vormen van zorg in het ziekenhuis worden afgeschaald, geen rekening houdt met de verwachte bevolkingsgroei en de stijgende zorgvraag. Een fusie is volgens de gezondheidseconoom in sommige gevallen gunstig voor de bestaanszekerheid van kleinere ziekenhuizen, maar alleen wanNeer de samenwerking is gebaseerd op gelijkwaardigheid.

Hoewel de gemeente grote waarde hecht aan goede toegang tot zorg, zijn er volgens Schrijvers weinig wettelijke middelen om meer (mede)zeggenschap te krijgen in het huidige ontvlechtingsproces. Wel heeft de gemeente mogelijkheden om naar de Autoriteit Consument en Markt (ACM) te stappen, die als toezichthouder optreedt. Via de ACM wordt een voorgenomen fusie getoetst. Als voorspellingen van de zorgvraag niet goed worden ingeschat, kan de ACM een fusie afkeuren.

‘De rol van lokale politiek is erg klein, terwijl het Langeland van grote invloed is op Zoetermeer en haar inwoners. Dat schuurt’, aldus wethouder Ter Laak. ‘Tegelijkertijd is er een goede werkrelatie met het ziekenhuis, en worden we tweewekelijks bijgepraat over de voortgang van de onderhandelingen. Maar het blijft lastig om aan Zoetermeerders uit te leggen dat bij de onderhandelingen niet de zorgvraag, maar het financiële plaatje het zwaarst lijkt te wegen.’

Deel dit artikel op social media: