Haaglanden stelt grenzen aan winsten jeugdhulp-aanbieders

Wethouder Kavita Parbhudayal viert de heropening van de inclusieve speelplaats Melis Stokepark in stadsdeel Escamp; foto: Henriëtte Guest

Zorggeld moet ook echt naar de zorg gaan. Daarom stellen de 10 gemeenten in de regio Haaglanden vanaf dit jaar grenzen aan de winsten van aanbieders van jeugdhulp. Den Haag, centrumgemeente in de H10, is de eerste grote stad die dit doet en contractueel met aanbieders vastlegt.

“Onze ambitie is dat alle kinderen en jongeren gezond, veilig en kansrijk opgroeien; thuis, bij hun eigen ouders, waarbij ze zich ontwikkelen tot veerkrachtige (jong)volwassenen die naar vermogen actief meedoen in de samenleving. Ouders zijn hiervoor primair verantwoordelijk. Waar die ontwikkeling hapert of zelfs vastloopt, bieden wij met jeugdzorg een vangnet. Wij richten ons op de kinderen en jongeren in kwetsbare omstandigheden. Wij maken daarbij onderscheid tussen (hoog)specialistische jeugdhulp en ondersteuning bij uitdagingen die horen bij het gewone opvoeden en opgroeien. Met de jeugdzorg zijn tientallen miljoenen euro’s aan gemeenschapsgeld gemoeid. Dat geld moet aan de kwaliteit van de zorg worden besteed”, zegt wethouder Kavita Parbhudayal van Zorg, Jeugd en Volksgezondheid namens de H10.

Die H10 wordt gevormd door de gemeenten Den Haag, Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Voorschoten, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. Inmiddels hebben de gemeenteraden van deze 10 gemeenten allemaal de Regiovisie Jeugdzorg Haaglanden 2021-2026 vastgesteld. Die Regiovisie markeert een volgende fase in de transformatie van de jeugdzorg, die sinds de decentralisatie van 2015 een verantwoordelijkheid van gemeenten is.

Gezond blijven
Kavita Parbhudayal: “De regiovisie geeft ons de komende jaren houvast bij het bepalen van onze koers. Onderdeel van die koers is nu dus ook het maximeren van de winsten van jeugdhulp-aanbieders. Zij moeten enig financieel rendement kunnen maken om gezond te blijven als organisatie. In ons land is winst op te vatten als een beloning voor ondernemerschap, bestaande uit creativiteit en inzet, en uit de bereidheid om economisch risico te nemen door eigen vermogen in een bedrijf te investeren. Een rendement tot 5% wordt algemeen nodig en aanvaardbaar geacht”.

De H10-regio maximeert de winstgevendheid nu op 5%, mede omdat de winst in de jeugdhulp gerealiseerd wordt met publiek geld en bovendien in een sector waar de steeds maar groeiende vraag getuigt van een beperkt ondernemersrisico. Maakt een aanbieder toch meer dan 5% winst (bij de laagst mogelijke overheadkosten), dan moet het meerdere aantoonbaar in de kwaliteit van de jeugdhulp worden geïnvesteerd.

Er zijn 183 jeugdhulp-aanbieders gecontracteerd in de H10-regio. In 2020 bleken 26 aanbieders binnen de regio meer dan 5% rendement te hebben gerealiseerd; het bedrag boven de 5% was toen 1,6 miljoen euro.

Deel dit artikel op social media: